top of page

Help, mijn team is te groot!

15 mannen en vrouwen in één team. Daar zat ze mee, het teamlid dat aan tafel zat. En dat was op zich natuurlijk geen probleem. Het echte probleem was snelheid. Of het gebrek daaraan, om precies te zijn.


Zoveel mensen, zoveel meningen... Met 15 teamleden ging alles langzaam. Kennismaken. Bijpraten. Beslissen. Meningen delen. Werkelijk álles ging traag. En dat is natuurlijk niet zo vreemd… maar in de praktijk vaak wel lastig. Dus wat kun je doen?


Is het een ‘wij-probleem’ of is het ‘ik-probleem’?

Wanneer ons iets dwars zit, is de eerste neiging vaak om direct in de actie te komen. Probleem? Oplossen! En bij praktische problemen werkt dat ook prima. Lekkage? Draai vooral de hoofdkraan dicht. Pak handdoeken. Bel een loodgieter. Hoe praktischer je probleem, hoe beter dat vaak werkt. 


Heb je een probleem waar mensen bij betrokken zijn? Dan werkt het net anders. Mensen zitten nu eenmaal niet altijd even zwart/wit en logisch in elkaar. 


Daar is de eerste stap is om eerst meer informatie boven tafel te krijgen. Is er echt een probleem? Waar of bij wie zit het? Wat is het voor probleem? Dat ontdek je bijvoorbeeld door je gevoel te delen met het team. Vertel hardop wat je opvalt in het team? Waar heb je precies last van? 


De magische vraag

En voordat jij of je teamgenoten alsnog in de oplossingen schieten… Stel eerst de magische vraag: wie van jullie herkent dat nog meer of iets vergelijkbaars? Want misschien herkennen je collega’s niet zozeer dat het ‘langzaam’ gaat, maar wel dat het ‘stroperig’, ‘taai’ of ‘weerbarstig’ kan zijn.


Ben jij de enige die er last van heeft… Dan heb je waarschijnlijk vooral zelf iets te doen. De kans is echter groot dat je iets op tafel legt waar anderen óók last van hebben. Dan kun je samen op zoek naar een oplossing. Daarmee zorg je dat er méér oplossingen op tafel komen dan alleen die van jou. En de kans dat één van die oplossingen slaagt, is ook groter als meer mensen het probleem herkennen.  


Stel je voor dat er meer teamleden zijn die graag wat sneller willen gaan. Dan kun je het gezamenlijke probleem verder afpellen. 


  • Zijn er momenten waar jullie wél snelheid maken? Wat doen jullie op die momenten? En hoe kunnen jullie daar méér van doen op andere momenten?


  • In welk onderdeel van jullie werk willen jullie het liefst versnellen? Bedenk dáár een oplossing voor en ga die gebruiken in de praktijk. Werkt het? Dan kun je uitbreiden naar andere onderdelen. Werkt het (nog) niet? Scherp de gekozen oplossing dan verder aan. Door in kleine stappen te experimenteren, zorg je op een haalbare manier voor verandering.

Kiezen jullie er bijvoorbeeld voor om het team te splitsen? Lees dan vooral ook ons artikel Wat is de ideale teamgrootte? Ga je liever eerst aan de slag met informatie verzamelen? Dan is onze STARLING software een eenvoudig hulpmiddel om dat ook écht te gaan doen.

bottom of page